Afstudeeronderzoek naar misstanden in de interlandelijke adoptieketen
Met de inwerkingtreding van de herziene Europese richtlijn inzake de bestrijding van mensenhandel ((EU) 2024/1712) is illegale adoptie aangemerkt als nieuwe vorm van mensenhandel. In de richtlijn is niet toegelicht onder welke omstandigheden illegale adoptie onder uitbuiting valt. Met het oog op de toekomstige wetswijziging in Nederland is bij het EMM een afstudeeronderzoek uitgevoerd naar misstanden in de interlandelijke adoptieketen en de impact van deze misstanden op slachtoffers.
Interviews met slachtoffers
In het afstudeeronderzoek zijn vijftien slachtoffers van misstanden in de adoptieketen geïnterviewd. Hun adopties hebben plaatsgevonden tussen 1975 en 2001. De, inmiddels volwassen, geadopteerde respondenten zijn op illegale en onethische praktijken gestuit tijdens de zoektocht naar hun adoptiegeschiedenis. In de interviews vertellen zij wat zij hebben ontdekt over de gebeurtenissen voorafgaand aan hun adoptieprocedure en het verloop van de procedure.
Soorten misstanden
De internationale adoptieketen is kwetsbaar doordat er een winstgevende praktijk achter schuilgaat die vatbaar is voor misstanden. Deze misstanden vinden plaats als kinderen bij hun biologische ouders worden weggehaald en als deze handelingen worden verhuld via legale adoptieprocedures. Respondenten vertellen dat zij zijn weggehaald bij hun biologische ouder(s) door dwang, omkoping, sociale druk, misleiding en ontvoering. Daders hebben daarbij misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van biologische ouder(s), zoals armoede, alleenstaand moederschap, beperkte toegang tot scholing of door het deel uitmaken van een (etnische) minderheid. Daarna is door het vervalsen van documenten de geschiedenis van het kind en de ouder(s) verdraaid en verborgen gehouden.
Toezicht schiet te kort
Uit het afstudeeronderzoek blijkt dat toezicht tekortschiet. Misstanden vinden ver voorafgaand aan de officiële adoptieprocedures plaats, en Nederland moet daarbij vertrouwen op de autoriteiten in het land van herkomst. Nederlandse toezichthouders komen pas in beeld en kunnen pas optreden in de fase dat de illegale adoptie is geformaliseerd. Zij kunnen zich beroepen op de beperkte informatie in het adoptiedossier en onwetendheid als gevolg daarvan. De Nederlandse overheid heeft een externe commissie ingesteld om misstanden en betrokkenheid van Nederlandse instanties te onderzoeken. Naast erkenning hebben slachtoffers ook baat bij het achterhalen van informatie over wat er precies is misgegaan tijdens de procedures.
In de periode van februari tot en met september 2024 heeft een inmiddels afgestudeerde masterstudent Criminologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam een scriptieonderzoek uitgevoerd bij het EMM. De volledige scriptie ‘Wanpraktijken in de interlandelijke adoptieketen: Een crime script analyse van illegale en onethische adoptiepraktijken' is voor de partnerorganisaties van het EMM te raadplegen via de besloten digitale werkomgeving (DWO) van het EMM en voor andere ketenpartners opvraagbaar via het contactformulier op onze website.